Jan Gerritsen geb. Bathoorn (1946 - ...)

Jan Gerritsen

"Op mijn website www.zoektochtvan32jaar.nl vertel ik alles over mijn moeilijke zoektocht van 32 jaar om mijn wortels te vinden.

08-11-1945 tot 08-11-1998, Enschede

Mijn naam is Jan Gerritsen geb. Bathoorn, geboren op 16 juni 1946 te Enschede. Ik ben getrouwd met Hennie op 21 januari 1966 en heb 3 kinderen,7 kleinkinderen en 2 achterkleinkinderen

Hier vertel ik alles over mijn moeilijke zoektocht van 32 jaar om mijn wortels te vinden. Mijn vader is de Engelsman Bernard Fuller, die in 1945 was gelegerd op de vliegbasis Twente en daar mijn moeder ontmoette. Ik hoop dat door middel van deze site en mijn linksite, soldatenkinderen en de site 60 plus. ik andere mensen kan helpen die met het zelfde probleem zitten of zaten zoals ik. Daarom vraag ik mensen zoals moeders,vaders, oma's,opa's, ooms en tante's en andere personen om die personen te helpen hun roots te vinden.

Want om niet te weten wie en wat je precies bent kan je hele leven parten spelen. Ook weet je niet of er erfelijke ziektes zijn die als je het weet je heel veel kan helpen voor jezelf of je kinderen. Hoe vaak zie je wel niet in vermist of spoorloos of andere programma's mensen die hun roots zoeken. Doe je ogen een tijdje dicht en bedenk dan wat het voor jezelf is als je nooit weet wat en wie één van je ouders.

10 OKTOBER 1943

Tijdens een groot bombardement op 10 Oktober 1943 op Enschede,wat een vergissing was van de Engelsen kwam mijn oom Jan Bathoorn, waar ik naar genoemd ben,op 7 jarige leeftijd om het leven. Ik ben er nu nog steeds trots dat ik zijn naam mag dragen.

Mijn moeder ging samen met een collega van haar werk op de vliegbasis Twenthe naar huis. In de binnenstad van Enschede bij het oude V&D zagen ze een Engelse militair staan die een beetje verward stond te kijken. Ze vroegen aan hem wat er aan de hand was,waarop hij antwoorde dat zijn vrachtwagen was gestolen. Ze namen hem mee naar het huis van haar ouders en lichtten de politie in. Daar kreeg hij het antwoord dat de truck op het politieburo stond,omdat ze de wagen onbeheerd zagen staan.

Dit is het begin van een romance tussen een Nederlands meisje (mijn moeder) en een Engelse soldaat(mijn vader). Er bloeide een hartstochtelijke liefdesrelatie tussen die twee. Ze kwamen vaak bij elkaar in het huisje op de basis waar hij verbleef en ook maakten ze vele wandelingen om het vliegveld. Ook kwam hij vaak bij haar thuis en nam dan pakje's roomboter onder zijn jack mee, die dan door het warme weer gesmolten was voor hij over was. Op 10 oktober 1945 kwam er abrubt een einde aan deze relatie omdat hij van de ene op de andere dag was vertrokken.

Waarom is een raadsel, maar het kan zijn dat hij is overgeplaatst. Ikzelf heb andere vermoedens maar die kan ik hier niet schrijven. Een paar weken later kwam ze er achter dat zij zwanger was geworden en probeerde ze via verschillende instanties er achter te komen waar hij was. Maar daar kreeg ze geen antwoord op omdat die instanties hun soldaten beschermden.

Jan Bathoorn

Op 16 juni 1946 werd er een zoon geboren van 9 pond en 3 ons en die de naam van haar overleden broertje kreeg. De baby kreeg de achternaam van zijn moeder en die baby ben ik, Jan Bathoorn.  

Op 9 juli 1946 schreef ze een brief naar het Nederlandse Rode Kruis om te vragen of zij konden bemiddelen om haar soldaat te vinden om te vertellen dat hij een zoon heeft gekregen. Ze liet een brief achter die nooit aan hem is gestuurd (zie 1966-1998). 

Op 21 mei 1949 trouwde ze met mijn stiefvader en kreeg ik ook zijn achternaam. De eerste jaren gingen ontzettend goed met mijn stiefvader, maar ongeveer vanaf mijn achte levensjaar ging het helemaal mis. Ik heb altijd wel waardering voor hem gehad dat hij zo hard werkte. Maar wij waren twee heel verschillende karakters. Ik vond het altijd leuk om bij mijn grootouders of bij mijn tante Sientje (de schoonzus van mijn stiefvader) te zijn.

Zonder maar iets van het bovengeschrevende te weten vroeg ik mijn moeder op haar twaalf en een half jaar huwelijksfeest hoe het kon dat zij zolang getrouwd waren en ik al 15 jaar oud was. Ik kreeg toen van haar te horen dat mijn echte vader een Engelse R.A.F soldaat was en dat hij door een Duitse sluipschutter was neergeschoten. Ze toonde mij 2 briefkaartfoto's met mijn vader er op.

Later toen ik er weer om vroeg zei ze tegen mij dat ze nog nooit zulke foto's had gehad. Vroeger geloofde je alles wat je ouders zeiden want weerspraak kenden wij toen niet. Twee jaar later kreeg ik via mijn opoe Bathoorn te horen dat mijn vader nog wel leefde. Ik dacht toen na, en kwam er ineens achter toen ik verwekt ben de oorlog al een half jaar voorbij was. Een babtistenpredikant met de naam  Brongers kon mij er wel meer over vertellen zeiden ze tegen mij. Bijna 20 jaar later vond ik hem, maar hij zei dat hij er niks van wist,iets wat ik niet kan en kon geloven, omdat hij mij alles over mijn familie vertelde over die periode maar toen ik over mijzelf begon hij de hand op de telefoon legde, met zijn vrouw sprak, en daarna tegen mij zei dat hij niks weet

Ook ooms en tantes zeggen zogenaamd niets te weten over deze periode. Waarom??,ik weet het niet. Daarom hoop ik als ze dit lezen ze me alsnog een bericht zouden willen sturen.

Het " laat maar rusten" kan er bij mij niet in. Of is er,waar ik een vermoeden van heb, er nog veel meer gebeurd wat niet aan de grote klok mag worden gehangen. Daarom is mijn grootste wens ook om een keer een regressieterapie te ondergaan, maar daar ik in de W.A.O. zit kan ik dit niet betalen. Ik laat daarom het geheel maar rusten.

Op 21 Januari 1966 gingen Hennie Oostenbrink en ik trouwen en kregen we een zoon, 2 dochters, 7 klein- en 2 achterkleinkinderen.

1969-1998  

Op mijn 23e, na weer eens een ruzie met mijn ouders, begon het aan mij te knagen en wilde ik weten wie mijn vader was. Ik ging naar mijn moeder en vroeg om de foto's die ze mij op mijn 15e had laten zien. Ik kreeg ze niet van haar omdat ik het maar moest laten rusten. Dit heeft vaak tot onenigheden geleid,met het resultaat dat ik er 32 jaar niet meer ben geweest. Ook mijn ooms en tante's wilden me niet helpen.

Een oom van mij zei later zelfs, of ik wel een hart had omdat ik mijn moeder,zijn zus, zoveel pijn deed. Maar er werd niet stilgestaan hoeveel pijn het mij deed. 15 jaar later heb ik op een slinkse manier de foto van mijn vader gekregen. (ik deed net alsof er een heel stuk van mij in de story kwam en zij dat alleen kon voorkomen om mij foto's van mijn vader te geven ) de eerste foto van mijn vader. Maar nog geen naam of iets dergelijks.

Jaren later,in 1985, kreeg ik via, via eindelijk de naam en geboortedatum van mijn vader. Ik kon nu gelukkig verder dacht ik,maar niets is minder waar. Tussen Nederland en Engeland staat een hele grote muur in zee. Info over hun soldaten gaven ze niet. 

In het museum van de vliegbasis Twenthe kwam ik in contact met Edo van de Laan, die graag bereid was om mij te helpen. Vele brieven gingen naar Engeland, maar steeds weer geen info. We gingen verhuizen naar Wolvega, Friesland en later naar Espel,in de Noord-Oostpolder

Toen maar geschreven naar Olga Rains, omdat ik nog steeds niet zeker was over de herkomst van mijn vader. Zij stuurden flayers met een beeltenis van mijn moeder er op naar vele veteranenclubs in Canada. Maar ook hier kwam geen antwoord op.

Uiteindelijk maar geschreven naar ADRES ONBEKEND met de vraag of zij mij konden helpen. 1n 1988 kwam er een uitzending met mij waar heel veel reaktie's op kwamen. Anne van Egmond wist waar we over spraken want zijzelf zocht ook haar vader. Eindelijk een verlossend antwoord dachten wij toen mevr.Ravaelly van het Nederlandse Rode-Kruis ons belde en zij dat ze gegevens had over mijn vader. Ik moest haar na de uitzending maar even bellen.

Na met haar geproken te hebben, zij ze dat ik het maar even op papier moest zetten en naar haar moest toesturen. Groot was mijn verbazing dat ik een brief terug kreeg, of ik eerst maar even Fl.50.= naar hun wilde overmaken. Toen ik dit gedaan had, kreeg ik als antwoord..."je vader is dood". Meer niet want ze gaven geen verdere info vanuit Engeland

Als laatste strohalm maar geschreven naar dagblad Tubantia, om een stuk te plaatsen met de hoop dat er nog mensen in Enschede woonden die mij meer over mijn verleden konden zeggen Samen met Anemiek ten Thije-Boonkamp journaliste gingen we een mooi stuk in de krant plaatsen. Ook hier kwam geen respons op.

Een tijd later moest mijn werkgever, Engel Visscher van Globe Bv naar Londen en nam mijn info méé. Hij zou wel eens bij het Sommersethouse gaan  kijken of hij wat meer informatie kon vinden over mijn vader. En jawel hoor,hij vond een geboorte en overlijdingakte, waarin stond dat mijn vader,Bernard Fuller op 14 -08-1921 in Leeds was geboren en op 05-01-1977 in Hull was overleden. Eindelijk meer gegevens over mijn vader

Weer terug in Enschede nam ik contact op met Annie Reichard waar ik foto's van mijn vader, moeder, mijzelf en mijn grootouders liet zien. Groot was mijn verbazing wat daar uitkwam. Ik kan en mag niet alles zeggen. Maar als het belangrijkste kwam als antwoord; ik zie je vader, hij heeft een kleine farm en loopt via een pad en een bruggetje naar iemand toe. Lees later in het verhaal of dit ook zo was.

Half Augustus 1997 kreeg ik een berichtje dat ik even contact moest nemen met B.B.C. Leeds. Daar was iemand die mij verder kon helpen. Een vrouw in Engeland hielp wel eens vaker mensen met het zoeken van hun roots. Ik naar Dina Miles geschreven, en jawel hoor.......

Naar wat heen en weer gebeld met haar kreeg ik in November 1997 eindelijk het verlossende woord, mijn roots was gevonden. Gelukkig was Mary van Heek bij ons om mij in het begin te helpen toen Dina  mij laat in de avond belde om te zeggen dat ik nog 2 zussen in Engeland heb, en dat ik die zo laat in de avond nog moesten gaan bellen. Wat leuk was dat, ik heb 2 zussen, 2 tante's en 1 oom. Na wat heen en weer gebeld spraken we af dat we 18 januari 1998 er heen zouden gaan en zij mij alvast wat foto's zouden sturen.

1999-Heden

Op 18 januari gingen we met de trein naar Engeland. Het was best spannend,want hoe zou het gaan. Zij zouden ons ophalen van het Liverpoolstation in Londen. Er werd haast de gehele weg door mijn vrouw en mij niks gezegd. Toen we eindelijk in Londen aankwamen stonden mijn zussen en zwager ons op te wachten en kregen we het gevoel dat we elkaar al jaren kenden. We gingen naar het huis van Louise en Steffan in Londen.

Wat werd er wat afgepraat die avond. Dat ik op mijn vader leek konden mijn zussen wel direct zien. Vaak klonk er "precies vader"in het Engels als ik weer wat deed. Na 2 dagen in Londen te zijn geweest gingen mijn zussen en mijn vrouw en ik naar Manchester waar Kim woont. Zij werkt er als doktersassistente in het ziekenhuis van Manchester.

De volgende dag gingen we ons 33-jarig huwelijksfeest vieren. We werden door mijn zussen en de dokter,waar Kim voor werkt, (een hele fijne vent) uitgenodigd om mee te gaan naar het Italiaanse restaurant waar Peter, de zoon van Kim, werkt. We kregen een hele feestmaal opgediend en vierden tot in de late uurtjes door.

De volgende dag gingen we naar Hull waar mijn oom en tante's wonen. Wat een onthaal was het daar ook, al was één tante van mij er niet helemaal zeker van dat ik een zoon was van Bernard. Later toen we weg gingen was ze helemaal bijgedraaid. We hadden geluk dat mijn oom een paar Hollandse vrienden had die ons vaak bij konden staan met de taal.

Tante Nora had al een paar dagen in de keuken druk bezig geweest. Tjonge, wat kan die vrouw koken. S'avonds gingen we weer terug naar Manchester om de volgende dag weer terug te gaan naar Londen. Daar gingen mijn zus en zwager nog met ons door de stad lopen om de echte Londense Big-Ben te zien.

Ook zijn we naar ST.CLEMENTS DANES gegaan. In deze kerk liggen allemaal boeken met de namen van overleden R.A.F. soldaten. Het is echt de moeite waard om deze kerk te bezoeken.

Later zijn mijn zussen bij mij thuis geweest en zijn wij ook daar nog keer op bezoek geweest. 

10 jaar later 2010

Jammer genoeg moet ik meedelen dat het contact met mijn Engelse familie nu op een heel laag pitje staat. Maar uit ervaring weet ik dat dit met veel meer Engelse bevrijdingskinderen het geval is. Het komt door de aard en karakter van de Engelsen. Wat dit betreft kunnen ze nog heel veel leren van de Canadese en Amerikaanse gezinnen. Daar zijn zelfs kinderen en kleinkinderen en achterkleinkinderen op zoek naar kinderen die verwekt zijn door hun vader of opa.

Hier het gedicht dat mijn kleindochter Melanie heeft gemaakt  en mijn andere kleindochter Lotte voorlas  tijdens het ontsteken van het bevrijdingsvuur in Glanerbrug, gemeente Enschede, op 4 mei 2006

Hij loopt over straat, tranen over zijn wangen 

Dezelfde plek en toch zo onbekend 

De gedachten blijven hangen 

Een dood lichaam, een meisje rent 

Ze is bang, bang om te gaan 

Maar ook bang om te blijven 

Bang om te blijven staan 

Het valt niet te beschrijven 

Mijn opa houd zich stil 

Laat niets merken van zijn verdriet 

Maar als je iets over de oorlog weten wil 

Duurt het niet lang voor je het oorlogskind in opa ziet

 

Mijn vader  is Bernard Fuller,geboren op 14-08-1921 te Leeds in Engeland. Hij was een goede hardloper en kampioen van alle lagere scholen van Leeds en omstreken. Ook ik was in 1960 kampioen van de Enschedese lagere scholen met hardlopen. In 1937, toen wonende in Hull, ging hij naar de R.A.F. omdat zijn moeder en vader waren gescheiden en hij als oudste wou gaan werken. Dit is wel heel jammer want hij zou eigenlijk gaan leren op de tekenacademie.

Al vroeg kreeg mijn vader te maken met de tweede wereldoorlog. In 1940 zat hij in Egypte om vervolgens in 1941 op Malta de oorlog van heel nabij mee te maken. Drie dagen na D.Day, 6 juni 1943, ging hij naar Frankrijk. Waar hij verder in de oorlog is geweest weet ik niet. Maar op 4 juni 1945 werd hij gelegerd in Enschede van waar hij op 10 Oktober vertrok. Begin jaren 50 ontmoette hij Eleen, de moeder van mijn zussen. Hij was een hele goeie doelman van het voetbal, en een liefhebber van modelspoorbanen. Ook was mijn vader een echte verzamelaar. Hij nam allemaal spulletjes mee in WO2

Op 5 januari 1977 is mijn vader overleden als gevolg van een hartstilstand. Jammergenoeg is hij niet begraven maar gecremeerd en kan ik dus geen rode roos op zijn graf leggen. Wel heb ik een kaarsje ontstoken in st Clements-Danes.

Mijn slotwoord

Dit was mijn verhaal naar aanleiding van mijn zoektocht van 32 jaar naar mijn vader. Ik hoop dat er misschien nog mensen zijn die mij meer kunnen vertellen over de vliegbasis Twenthe periode 1945. Dit hele gebeuren heeft mij in mijn hele leven parten gespeeld, en misschien nu ook nog wel onbewust omdat de echte waarheid nog steeds niet is verteld. Tijdens mijn schooljaren werd ik veel gepest vanwege dat ik loens en blind ben aan één oog en ook doof aan één oor. Ik kreeg altijd veel klappen van mijn medeleerlingen van de prof. Gunningschool. Wel had ik leerkrachten die mij steunden o.a. juf Klaasen en de heren Leusink en meneer Hummel. Tja, dan was mijn schooltijd op de Pathmosschool stukken beter

Mijn jeugd in huis was ook vaak geen pretje. Ik wilde vroeger ook net als mijn vader graag tekenaar worden. Ik kon op 14-jarige leeftijd komen werken bij een reclame buro, maar ik mocht daar niet heen omdat ik in de textiel 6 gulden meer verdiende en maar moest gaan werken bij de Nijverheid. Heb daar wel een gezellige tijd gehad samen met mijn maatje Bram Modderman. Ze konden ons naar een poosje echt niet meer samen hebben vanwege de kattekwaad die we uithaalden dat ze mij maar over plaatsten naar de Ramie Union.

Ook op de TH-Twente kon ik een prachtbaan krijgen, maar waar mijn stiefvader ook voor zorgde dat ik die niet kreeg.  

Op mijn 48e kreeg ik een gezichtsverlamming waar ik nu nog steeds erg veel last van heb. Ik zit daarom nu ook in de W.A.O.

Ja,ik heb in mijn leven vele tegenslagen gehad door dat ik zoals ze het noemen een bevrijdingskind ben,maar ik voel mijzelf meer een oorlogsslachtoffertje. Het enige geluk wat ik heb is een schat van een vrouw  en 3 prachtige kinderen en aangetrouwden. Ook ben ik zeer trots op mijn 7 kleinkinderen en 2 achterkleinkinderen. En als je dat hebt ben je een rijk man.

Ook ben ik blij dat ik na 40 jaar mijn vriend en "kleine broertje"Harry de Jonge via de schoolbank terug hebt gevonden. Ook deze man heeft veel in zijn leven meegemaakt. En dan is het leuk dat je samen kunt praten over je problemen.

Jan Gerritsen geb. Bathoorn"